Kom je nog een keer langs?
Kom je nog een keer langs
Leren facetimen door de coronacrisis. Naar buiten gaan voor een ommetje. Gedurende de coronacrisis moet je als oudere dingen ondernemen om minder eenzaam te zijn. Een dag bij Jan Dekker, een oudere die alleen en zelfstandig woont. ‘Ik dek altijd nog mijn tafel. Ik ga toch niet voor de televisie eten.’
De kaarsjes branden, de radio met volksmuziek staat aan en in de gang staan nog schoonmaakmiddelen van de hulp die Jan Dekker helpt bij het zelfstandig wonen. In de woning van Jan Dekker hangt een huiselijke sfeer. De verwarming staat te branden en de warmte zorgt ervoor dat er een herfstige sfeer hangt in de woonkamer. De krant op de bijzettafel, boeken in de kast laten zien dat hij veel leest. Toch ligt er ook een iPad op de eettafel. Jan Dekker, bijna negentig jaar oud, woont alleen sinds zijn vrouw drie jaar geleden is overleden. ‘Ik heb vanochtend eerst een kop koffie gedronken met de hulp, dat is toch gezellig. Dan hoef ik niet voor mezelf koffie te zetten, wat ik niet zo snel zou doen.’ De dag ervoor was hij gaan keezen met vrienden. Keezen is een oudhollands bordspel dat Jan iedere week met twee vrienden speelt. Iedere week bij iemand anders en dat ‘zorgt voor afwisseling’.
Ouderen zijn eenzamer dan andere leeftijdsgroepen. Een op de drie 75-plussers was al enigszins eenzaam voor de coronacrisis, bij mensen onder de 75 jaar is dit een kwart. Dit blijkt uit een onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek. De coronacrisis heeft er voor gezorgd dat er minder bezoek is, omdat ouderen bij een kwetsbare doelgroep horen. Uit onderzoek van de Tilburg Universiteit is gebleken dat contact met familie, buren en kennissen erg belangrijk zijn om eenzaamheid te verminderen. Dit gaat om sociale eenzaamheid. De eenzaamheid die je voelt, doordat er geen contacten meer zijn met kennissen of buren. Daarnaast heb je ook nog een andere soort eenzaamheid, de emotionele eenzaamheid. Dit voel je als je een hele hechte band mist, zoals een partner.
Wanneer Jan Dekker de tafel dekt voor hemzelf, zet hij het vleeswaar en zoetigheid op tafel. Hij pakt een bord met een mes die hij die ochtend ook heeft gebruikt en schenkt voor zichzelf karnemelk in. De eettafel staat bij een groot raam waar hij wijd uitzicht heeft over de tuin, de straat en, misschien nog wel belangrijker, een paadje waar Jan zijn achterburen ziet lopen of fietsen. ‘Ik dek altijd nog mijn tafel. Ik ga toch niet voor de televisie eten. In de avond ook, kleed op tafel, boerenkool in de magnetron en uitgebakken spekjes erbij. Dan ben je lekker snel klaar. De tafel dekken zorgt toch nog wat voor gezelligheid en ik kan fijn naar buiten kijken.’ De postbode komt langs en er is een begroeting tussen haar en Jan. Na een tijgerbroodje is zijn lunch klaar, neemt zijn medicijnen en gaat vervolgens een dutje doen op de bank.
Twintig minuten later staat Jan op van de bank en zegt blij dat het zonnig weer is en dat hij graag een rondje wil wandelen. Wanneer de jas en schoenen aan zijn, pakt hij zijn rollator en loopt naar buiten. Ongeveer vijftig meter onderweg ziet hij dat er weinig mensen op straat zijn. Het is midden in het centrum van het dorp. ‘Het is zo rustig in het dorp, iedereen blijft binnen. Het is fijn dat het vandaag goed weer is, anders zit ik een hele dag binnen. Het verschil met de zomer en winter is groot. Het wordt vroeg donker en de decembermaand is lastig met alle feesten en partijen. In december mis je ook meer de mensen die je hebt verloren. Ik ben al oud, weet je, en hoe ouder je wordt, hoe meer mensen je verliest. Ik voel me soms wel een beetje eenzaam en dat neemt toe in de winter. Door de corona vinden veel ouderen het lastig om langs te komen. Ik bel wel mensen, maar bij veel kennissen blijft het daarbij. Dat is moeilijk dat je elkaar niet meer ziet. Die eenzaamheid was er voor de coronacrisis ook wel, maar toch minder.’ Lopend langs het hertenkamp, staan gezinnen met kinderen de herten eten te geven. Jan glimlacht vriendelijk naar ze. De lucht is blauw met her en der een wolk. De zon schijnt door de bomen heen. De rode neus en wangen van Jan verraden dat het fris is buiten.
De groep eenzame ouderen is verdubbeld, volgens een onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau. Hoe zorg je voor minder eenzaamheid? Een op de drie ouderen heeft gedurende de coronacrisis geleerd om het internet te gebruiken. De ouderen die mee hebben gedaan aan dit onderzoek gebruikten voor de coronacrisis geen internet. De helft van de ouderen die het internet onder de knie hebben, is ook meer gaan videobellen. Zo ook Jan Dekker, die sinds de coronacrisis een IPad heeft om eens in de zoveel tijd te videobellen met familie.
Kom je nog een keer langs
Lees, luister en bekijk meer artikelen van Nienke Teunissen